Nieuws

Stock-opties: een zeer bijzondere en erg twijfelachtige controleactie….

Veel cliënten van een bekende onderneming op de markt, actief in de organisatie van stock-opties, hebben recentelijk meerdere kennisgevingen van rectificatie ontvangen, waarop zij een maand antwoordtijd hebben en die hun fiscale situatie aanzienlijk rechtzetten.
Deze controleactie doet zich voor ten gevolge van een controle binnen het bedrijf dat de stock-opties plannen op de markt brengt en is gebaseerd op het gebruik van de tijdens deze controle verzamelde gegevens.
De situatie is als volgt: een beheersmaatschappij biedt haar bestuurder(s) de mogelijkheid om een vast aantal aandelen te verwerven tegen een overeengekomen termijn, tegen een prijs die overeenstemt met hun marktwaarde op het moment van toekenning van de optie. De bestuurder heeft dan 60 dagen de tijd om de optie te aanvaarden en als hij dat doet, betaalt hij een belasting op basis van de waarde van de aandelen die hij in de toekomst zal mogen kopen.
Deze belasting, waarvan de berekeningsgrondslag varieert naar gelang van de voorwaarden van de verrichting, wordt geheven in de vorm van een roerende voorheffing, waarbij de optie ten vroegste één jaar na de toekenning ervan kan worden uitgeoefend.
Het bedrijf dat het product heeft ontwikkeld, had de voorzorgsmaatregel genomen om beroep te doen op de Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) teneinde ervoor te zorgen dat het volledig voldeed aan de belastingwetgeving, en om een uitspraak te verkrijgen ter bescherming van de cliënten die het product hadden onderschreven. De DVB had een ruling verleend en daarmee de wettigheid van de regeling en de fiscale gevolgen ervan voor de cliënten bevestigd.
Hoewel een dergelijke ruling in principe bindend is voor de belastingadministratie, betwist de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (Alg. Adm. Fisc.) in de kennisgevingen van rectificatie waarvan wij kennis hebben kunnen nemen, de wettigheid van de ruling zelf (en niet de uitvoering ervan).
Met andere woorden, twee onderdelen van de belastingdienst zijn het niet met elkaar eens en een aanzienlijk aantal belastingplichtigen betaalt de prijs.
De positie van de Alg. Adm. Fisc. bestaat in de analyse van de greenshoe-optie (d.w.z. de optie die de beheersmaatschappij door de onderneming die het optieplan op de markt brengt, heeft gekregen en die haar in staat zal stellen om op lange termijn de aandelen te verwerven die zij heeft toegezegd aan haar bestuurder te verstrekken ingeval deze laatste besluit de aankoopoptie waarvan hij de begunstige is, uit te oefenen) in een verplichting die onderworpen is aan een louter potestatieve voorwaarde, welke verplichting krachtens artikel 1174 van het Burgerlijk Wetboek nietig is.
Daaruit volgt de nietigheid van het optieplan in zijn geheel en de herkwalificatie van de bedragen die de bestuurders hebben verkregen na de uitoefening van de optie en de daaropvolgende verkoop van de aandelen als vergoeding van de bestuurders van de ondernemingen, belastbaar tegen het gewone tarief van de personenbelasting.
De fout is tweeledig.
In de eerste plaats is een zuiver potestatieve voorwaarde pas nietig wanneer deze van de schuldenaar uitgaat. In de rechtsverhouding tussen de beheersvennootschap, die titularis is van de greenshoe-optie, en de vennootschap die haar een dergelijke optie heeft toegekend, is de beheersvennootschap echter de schuldeiser van de verbintenis en niet de schuldenaar van de verbintenis.
Geen enkele nietigheid dus. Een ander besluit zou leiden tot de onwettigheidsverklaring van iedere optie-koopovereenkomst, ongeacht het doel of de oorzaak ervan. Dit is natuurlijk een juridische dwaalleer.
Vervolgens, is het gevolg dat de Alg. Adm. Fisc. put uit deze foutieve redenering evenmin correct. Zelfs indien de greenshoe-optie van de beheersvennootschap nietig is, kan de nietigheid van de aankoopoptie die door de vennootschap aan haar bestuurder wordt toegekend, die in dit geval met volledige inachtneming van de belastingwetgeving die dit type regeling organiseert en strikt reguleert, niet worden afgeleid.
Natuurlijk kan iedereen fouten maken. Maar, zonder dat er enige vorm van opzet tegen wie dan ook wordt aangevochten, moet worden opgemerkt dat een grootschalige controleoperatie, die met zo’n lichtzinnigheid wordt uitgevoerd tegen vele belastingbetalers die terecht geloven dat ze totale juridische en fiscale zekerheid hebben, een rampzalig signaal afgeeft aan de zeer vele belastingbetalers en investeerders, zowel Belgische als buitenlandse, voor wie het hebben van een dergelijke zekerheid een conditio sine qua non is voor elk project of investering.
Als de belastingadministratie een fatale klap zou willen toebrengen aan de zeer waardevolle en nuttige instelling die de DVB is, is er geen betere manier om dit te doen.
Minder dan een jaar na de gigantische hervorming van de vennootschapsbelasting, die er vooral op gericht was om ons land aantrekkelijker te maken voor Belgische en vooral buitenlandse investeerders, moeten we toegeven dat de tactiek enigszins onbegrijpelijk is.
Laten we daarom hopen dat de minister van Financiën, die in het verleden al een einde heeft moeten maken aan onrechtmatige of kennelijk ongegronde controleacties, zo snel mogelijk het einde van de pauze zal fluiten.