Nieuws

De belastbaarheid van het overbruggingsrecht.

Ingevolge de vergaande maatregelen ter bestrijding van de COVID-19 pandemie zagen veel zelfstandigen zich geconfronteerd met een verplichte sluiting of een ingrijpende daling van de omzet.

Teneinde hieraan te verhelpen werd door de federale overheid het zogenaamde overbruggingsrecht[1]ingevoerd. Beknopt betreft het een financiële tegemoetkoming voor wie verplicht zijn activiteit moest staken of minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen zijn activiteit onderbroken zag. Niet enkel de zelfstandige kan rekenen op deze tegemoetkoming, zogenaamde zelfstandige helpers en meewerkende echtgenoten kunnen hier eveneens aanspraak op maken.

Nu komt de fiscale administratie met een circulaire[2]die het toepasbare belastingregime op deze uitkeringen verduidelijkt. Het toepasbaar stelsel hangt samen met de aard van de uitgeoefende activiteit.

Voor wie inkomsten verkrijgt die gelden als winsten of baten, dit zijn de klassieke eenmanszaken en vrije beroepen, worden deze aangemerkt als een compensatie wegens een gedwongen handeling tot vermindering van de activiteit.Dit brengt met zich mee dat niet de klassieke, progressieve, aanslagvoeten van toepassing zijn, maar dat deze worden onderworpen aan een aparte aanslagvoet van 16,5%. De enige voorwaarde hiertoe is het bedrag van het overbruggingsrecht niet hoger mag zijn dan de nettowinsten of baten van de vier voorafgaande inkomstenjaren (inkomsten 2016, 2017, 2018, 2019)

Bij de zelfstandige helpers en bedrijfsleiders, die bezoldigingen ontvangen, worden inkomsten aangemerkt als een vervangingsinkomen. Zij ondergaan dan ook de progressieve tarieven.

Bij de meewerkende echtgenoot, wiens inkomsten als bezoldigingen worden aangemerkt, is er geen wettelijke basis voorhanden om deze inkomsten te belasten. Zodanig ontsnapt men hier aan enige belastingheffing.

 

 

[1]Zoals bedoeld in art. 3 en 4 van de Wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de Wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, BS24 maart 2020.

[2]Circulaire 2020/C/94 over het belastingstelsel van de financiële uitkeringen in het kader van het crisis-overbruggingsrecht.